dinsdag 17 mei 2016

Doolbos

'Ik ga even een stukje rijden'

Hij pakte zijn zwart met rode crosshelm, zette zijn stofbril op, deed zijn veiligheidsbroek in dezelfde bijpassende kleuren aan en een dik leren jack. Er stond een koud windje, dus deed hij ook zijn lederen handschoenen aan.
Hij had van zijn dochter een camera gekregen die hij op zijn quad kon schroeven.
'Leuk pap, kun je onderweg filmen wat je allemaal meemaakt'. Hij was ook nog eens waterdicht, dus tegen het spatten van de plassen kon die wel. Er zat een flinke geheugenkaart in voor uren filmplezier.

Zijn vrouw gaf hem een vluchtige kus en zei hem, zoals gewoonlijk, niet voor gek en onwies te rijden en op tijd thuis te komen voor het eten.

Hij was van plan een korte route te rijden richting een uitzichtpunt waar die eerder een keer was geweest. Hij startte zijn mat zwarte quad en reed het erf af van zijn fermette in de Morvan.
Hij reed door de oneindige naaldbossen, die op sommige stukken open zijn door boskap en waar andere bomen groeien en op andere stukken donker, vochtig en verstikkend zijn. Hij genoot van zijn tocht, bood tegenwicht bij de oneffen paden en grote stenen die uit de grond staken. Reed met volle vaart door de plassen, zijn hele tenue onder de modder. Hij schreeuwde het uit van plezier, door zijn dikke helm klonk het als dof gezoem voor de buitenwereld. Een buitenwereld die na een paar kilometer alleen nog maar bestond uit het dierenrijk.
Hij reed een aantal kilometer en kwam op een splitsing. 'Rechtsaf' zei hij tegen zichzelf.
Het zware stuur bewoog hij naar rechts en gaf gas aan de knop op het stuur. Het stuk werd wat heftiger en zwaarder en hij besloot hem naar de 4 wheel drive te zetten.
In de afdaling zag hij een grote tak net wat te laat en deze klapte recht op zijn helm. Hij werd uit zijn balans gebracht en reed tegen een boom aan. Zijn spatbord was wat beschadigd en hij baalde enorm. In zichzelf gekeerd reed hij verder. Na een uur had hij nog altijd niet het uitzichtpunt gevonden. Vreemd, hij kon zich niet herinneren dat het zo ver weg was.
Hij besloot nog een stuk verder te rijden want hij dacht een stapel hout langs de kant te herkennen.
Er gingen wat kilometers voorbij. Toen hij in een stuk open bos terecht kwam viel het hem op dat het al begon te schemeren. Hij veegde de modder van zijn dashboard af en zag dat het inmiddels al bijna etenstijd was. Shit. Hij besloot maar terug te gaan, hij wilde immers niet aan de stok krijgen met zijn vrouw. Daar had hij namelijk slechte ervaring mee, zoals elke man.

Hij reed een aardig eind maar alle wegen leken op elkaar. Hij deed het licht aan op zijn quad en besloot in snelheid toe te nemen. Toen etenstijd al een half uur verstreken was begon hij wat zenuwachtig te worden. Waar was hij. Nog groene bremstruiken, naaldbomen, zandpaden... alles leek op elkaar.
Het zal toch niet waar zijn. Was hij nou daadwerkelijk verdwaald? Zo groot zijn die bossen toch niet als je ze van een afstandje bekijkt. Hij kwam ook geen mens tegen.

'Waar blijft hij nou, hij is al een uur te laat, godsamme het is ook altijd hetzelfde en zoals gewoonlijk heeft hij z'n telefoon weer eens niet meegenomen' zei z'n vrouw op kwaadaardige toon tegen haar dochter die bij haar was om mee te eten.
'Ach mam. Je kent hem toch? Dan heeft hij weer wat gezien, hij komt zo vast wel; geef hem er dan maar flink van langs'.

Het benzinelampje begon te branden. Ook dat nog. Hij reed snel door en op een gegeven moment kwam hij weer uit bij dezelfde stapel hout als waar hij twee uur geleden ook langs was gereden. Hij besloot een ander pad in te gaan in de veronderstelling dat dat logischerwijs de goede richting naar huis was. Helaas bleek zijn richtingsgevoel niet helemaal juist te zijn.

Twintig minuten later viel de quad uit. Benzine op. Gigantische kramp in de benen. Hij besloot in het licht van de quad op het pad even uit te rusten.
Zijn gedachten dwaalden rond. Had ik nou toch maar een GPS apparaat gekocht en m'n mobiel meegenomen en water! 
Hij zat onder de modder en begon het koud te krijgen. Toen begon het te regenen.

De uren tikten voorbij.

Elf uur 's avonds. 'Er klopt iets niet, hij is vast verdwaald. Ik durf niet alleen het bos in ga je mee?' zei ze wanhopig tegen haar dochter. Beiden namen ze een fles water mee, hun mobieltjes en twee zaklantaarns. Ze liepen angstig door het bos, takken knisperden onder hun voeten die over het donkere bospad lagen.
Ze schreeuwden, maar alleen de bergen antwoordden met hun eigen echo.
Een uil krijste en ze durfden niet verder. 'Dadelijk verdwalen wij ook nog misschien is pap alweer thuis' probeerde ze haar moeder gerust te stellen.
Ze liepen dezelfde weg terug en kwamen op de oprit, ze snelden naar het afdak maar er stond geen quad onder. Beiden omhelsden ze elkaar en spraken hun zorgen uit. Ze besloten de gendarmerie te bellen maar zij konden nog niets doen gezien hij nog niet lang genoeg vermist was.

Het was najaar en in de nacht kon het nog stevig vriezen.
Hij liep in de koplampen van zijn quad en besloot uit een nabijgelegen plas met modder water te drinken. Hij schreeuwde om hulp zo hard hij kon, maar antwoord bleef uit. De zwarte nacht omringde hem en hij voelde zich klein. Geluiden die hij nog nooit eerder had gehoord overvielen hem. Een man die nooit bang was zat als een klein jongetje ineengedoken te bibberen van de kou.


Drie dagen later.


Er werd op de deur geklopt en één van de vrijwilligers bij de gendarmerie die hielp tijdens zoekacties had een stuk stof vast. Zwart met rood. Ze sloeg haar handen tegen haar mond en tranen rolden over haar wangen. Haar dochter was al die dagen bij haar gebleven terwijl haar vader vermist werd.
Ze bevestigde dat dit inderdaad wel sterk leek op een stuk van de broek van haar vader.
Er kwam een agent aan, hij had een tas bij zich met daarin de schoenen, een kapotgescheurde leren jack met bloed en een shirt. Ook de quad hadden ze gevonden en deze moest worden bekeken door de dochter en vrouw. Zij bevestigden dat dit inderdaad de quad was. 'En waar is mijn man? Hebt u hem gevonden?'. Ze sloegen allen hun ogen neer. 'Hoe kan dat nou wel zowat al zijn kleding én zijn quad en niet mijn man dat is toch onmogelijk?'. 'Mevrouw, de zoekactie gaat verder maar gezien er bloed aan de kleding zit moet u rekening houden met het ergste, mocht hij zijn kleren uit hebben getrokken kan het zijn dat hij is onderkoeld, u weet dat het nog altijd flilnk vriest in de nacht'. 'Hadden jullie problemen..' begon een andere agent. 'Pardon?! Wilt u zeggen dat mijn man doet alsof hij verdwenen is om van mij af te zijn? Opgedonderd! Allemaal! Laat me met rust!' gilde de vrouw in hysterische toestand.

De dochter zei tegen haar moeder dat ze rustig even moest gaan zitten en liep richting de agenten. 'Sorry ik snap dat jullie alles uit willen sluiten maar geloof me, mijn vader zou nooit zomaar de benen nemen en al helemaal niet op deze manier, doe er alsjullieblieft alles aan om mijn vader terug te vinden, is het niet levend dan wel...' dat laatste woord kon ze niet uit haar keel krijgen. De agenten knikten en liepen weg, ze hadden de tas met gevonden voorwerpen meegenomen voor onderzoek.

Er gingen drie weken voorbij. Hij werd nooit gevonden. Net als zijn helm en stofbril die waren spoorloos verdwenen. De zoekacties werden gestaakt, er was geen hoop meer.
Ze kregen de overige spullen terug net als de quad. De uitslag van het onderzoek was dat er dieren aan de kleren hadden gegeten, wat voor dieren werd niet vermeld. Maar voor hun klonk het logisch, ratten, muizen en andere beesten vreten nou eenmaal aan dingen.

Een paar dagen later besloten ze te gaan wandelen in het bos met de hond. Het was al weken vreselijk weer geweest. Na een uur lopen vond de hond iets. Hij begon luid te blaffen en ze gingen kijken wat er scheelde. Daar lag de camera in een plas met water en modder. De dochter herkende hem meteen gezien zij hem zelf voor de vader had gekocht. Ze keken elkaar aan en kregen beide een koude rilling.
Zonder iets te zeggen snelden ze naar huis om te kijken of er wat op stond.
De hele rit maakten ze mee.
Ze hoorden het doffe gelach, het even wat extra gas geven in de plassen en zagen de modderspetters langs het beeld vliegen. Ze zagen hem tegen de boom aanrijden en zijn balende lichaamstaal toen zijn spatbord beschadigd was. Ze zagen hem verder en verder rijden. Ze voelden op een gegeven moment zijn paniek terwijl dit niet hoor of zichtbaar was. Ze hoorden de motoruitvallen. Ze zagen hem doelloos rondlopen, hem roepen, hem zien drinken uit de plas, hem ineengedoken zitten in de regen.
Ze zagen al het beeldmateriaal.

Zwart.

'Waarom wordt het beeld zwart en horen we pappa huilen?'.
'De accu zal wel leeg zijn van de quad dat het licht het niet meer doet'.

Ze spoelden het beeld door.
Toen de zon weer opkwam zagen ze zijn jas liggen in beeld en zijn schoenen.
Verder niets.

Een paar uur beeld verder zagen ze wat wilde zwijnen op de plek komen die een stuk broek sleepten.

Ze keken elkaar aan en hun grootste nachtmerrie werd werkelijkheid. Hun man en vader zou nooit meer teruggevonden worden.

De geheugenkaart was vol en het beeld werd zwart.