woensdag 22 mei 2013

Één schat, twee waardes

Het regent; druppels vallen op de bladeren van de bomen die in bloei staan en er is een zachte wind aanwezig in het bos. Na een aantal kilometer te hebben gereden is hij uit de stad aangekomen op het bospad om huiswaarts te gaan. Van zijn paard komt damp af, bezweet en dorstig laat hij zijn paard het hoofd zakken om wat te drinken uit een riviertje die inmiddels is ontstaan door de extreme regenval van de afgelopen tijd.
Hij blijft rustig op zijn paard zitten en stapt verder naar een wat dichter begroeide boom om te schuilen. Hij haalt een lederen portemonnee met knipsluiting uit zijn zak en bekijkt de inhoud. Een aantal francs, de opbrengst voor de hele maand hard werken. Hij glimlacht, zijn vrouw zal weer trots op hem zijn bij thuiskomst en zal ongetwijfeld een heerlijke stoofpot met rundvlees voor hem hebben klaargemaakt.

Plots wordt zijn paard onrustig, begint voor en achteruit te lopen en draait het hoofd naar links en rechts met gespitste oren. Hij kijkt om zich heen, ziet niets en geeft zijn paard een geruststellende streling over zijn hals. Hij wil zijn knip dichtklikken en op dat moment springt er iemand vanuit de bosjes bovenop hem. Hij valt van zijn paard en het dier rent weg. Hij belandt op de grond, zijn portemonnee vliegt ongemerkt in de bosjes, de belager geeft hem een flinke klap, steelt zijn dolk en zijn veldfles. De ruiter weet weg te komen en rent zo hard hij kan de bossen in. De belager heeft zijn buit en is hem niet meer achterna gegaan, zijn slachtoffer was immers toch maar een arbeider.

Kilometers verder komt de ruiter eindelijk thuis aan, het is al vreselijk laat en zijn voeten zitten onder de blaren. Zijn vrouw doet de deur open, de potkachel is aan en de stoofpot is allang verpieterd. Ze is dolblij dat hij weer thuis is, ze had het paard opgetuigd en wel in een weiland verderop zien staan en was als de dood dat dit niet goed zou aflopen. Hij graaide in zijn zak naar zijn portemonnee en voelde een schok door zich heen gaan.
Weg, een maandloon helemaal weg. Had hij hem onderweg verloren? Had de belager het ongemerkt uit zijn zak gestolen? Of zou het tijdens zijn val van het paard uit zijn zak zijn gevallen?
Een maand lang zouden ze het moeten doen met een mislukte oogst door de vele regen, wat brood dat ze nog net konden bakken doordat ze altijd een potje met wat centimes voor nood hadden en hij zou nog vaak zoeken op het bospad waar hij was beroofd. Maar zonder enig resultaat.
Lang zou dit nog door zijn hoofd spoken als hij over het pad zou rijden, iedere centimes konden ze enorm goed gebruiken en het zal lang duren voor hij deze schade weer zou hebben ingehaald.




Het regent al dagen. Rivieren hebben zich op de bospaden gevormd en er ontstaan modderstroompjes. Ze lopen met z'n drieën. De regen klettert op hun gele,rode en blauwe paraplu. Ze zwaaien heen en weer. Plots gaan ze stil staan. Ze kijken links en rechts om zich heen en één van hen pakt een pikhouweel. De ander houdt de paraplu erboven en na even spitten haalt de jongeman iets uit de grond. Hij lijkt teleurgesteld, pakt een plastic zakje doet het voorwerp erin en loopt verder.
Na uren lopen hadden ze bijna de moed opgegeven.

Plots, uit het niets, horen ze geluiden. Ze kijken elkaar aan en er verschijnen grijnzen op hun gezichten. Bij een grote steen beginnen ze weer te hakken en te graven. "Jemig jongens, hier slaat de metaaldetector ontzettend uit!".
Ik had het grote geluk dat ik de hond ging uitlaten dus ik was precies op het moment suprême aanwezig dat mijn vader, broer en vriend eindelijk wat "groots" hadden gevonden met de metaaldetector. Ze waren al een aantal dagen wat aan het zoeken geweest en kwamen dan thuis met één muntje of een oude vork.
Jamie had hard gerend en had enorme dorst, ik liet hem even drinken uit een riviertje dat was gevormd door de extreme regenval. Plots werd Jamie onrustig; hij begon voor en achteruit te lopen, ging piepen en spitste zijn oren. De metaaldetector sloeg meerdere signalen uit. Maar ditmaal was het niet aan de hond om te graven, dit zou precisie werk worden. Dus met een flinke haal sloeg mijn broer de pikhouweel de grond in (wat zullen archeologen hiervan schrikken, maar hé we zijn beginners hè) en vond de ene oude munt na de andere. De meesten begin 1900 maar ook één uit 1800.

Op dat moment begon ik te denken hoe al dat geld daar had kunnen komen. Misschien was het met de rivier meegestroomd? Misschien was iemand beroofd? Misschien was iemand op de betreffende steen gaan zitten en is zijn geld uit zijn zak gevallen?. Toen ineens vond mijn broer een deel van een knip van een portemonnee. Hij was nauwelijks aangetast. Dit werd allemaal in de plastic zak gedaan en ik ging vast naar huis met de honden. De jongens zouden tot het eten nog even verder gaan zoeken en dan richting huis gaan. Een tijd later en na flink wandelen kwamen de jongens op hun bergschoenen thuis. Een sok was een beetje nat geworden dus die werd over de verwarming gelegd. Met een blij gezicht lieten ze mijn moeder en mijn schoonzus hun buit zien. Op tafel lagen veel munten, oude handgemaakte spijkers, het stuk knip van de portemonnee en iets wat lijkt op een dekseltje van een doosje. "Tsss, leuk zeg" waren de reacties, "kijken wat het waard is!".
Eerst eten; uit de oven kwam een lekkere ratatouille rollen en mijn moeder had tarte tatin gebakken. Lekker met ijs!
Na het eten direct op internet gekeken; en het meeste was geen stuiver waard. Maar agh het is toch leuk om te bewaren. Het idee dat iemand dat lang geleden in zijn handen heeft gehad is toch bijzonder.
Weken zullen we nog zoeken. Hopelijk met veel resultaat.
Dit was dus een leuk momentje dat net op dat plekje zoveel munten lagen. Ben benieuwd wanneer we echte grote schatten gaan vinden....



een gedeelte van de buit (inclusief deel van de knip)


Verkleuring van azijn door munten, kijken of het beter leesbaar wordt

1 opmerking:

  1. leuk verhaal! Ik zie het voor me, de mannen blij als kinderen met de gevonden schat. groet Annelieke

    BeantwoordenVerwijderen