dinsdag 6 augustus 2013

Gehoorsbedrog

Afgelopen weekend was weer het zoveelste feest in het dorp.
Dat betekend standaard tot twee uur 's nachts in je bed liggen stuiteren, muziek door elkaar, veel mensen en oppassen met je auto.

Er is hier weinig parkeerplek en wij hebben nog altijd vier auto's (vraag maar aan de burgemeester). Dit weekend was het feest van de liefde en werd er een reuze omelet gebakken. Er was ook iets met kreeften maar daar hou ik me niet mee bezig. Het is al mijn sterrenbeeld en dat vind ik al meer dan genoeg.
Er was kermis dus het plein moest leeg. Auto's stonden her en der geparkeerd.
Een oude opa kwam langs ons huis, gooide zijn gloednieuwe Peugeotje in z'n achteruit en vloog al file-parkerend bijna tegen onze Renault aan. Drukte hem in z'n één vloog naar voren, gleed weer richting onze auto, draaide wat bij en hopla hij stond perfect ertussen. Mijn tenen ontspanden weer in m'n schoenen en ik kon weer rustig naar binnen.

In het begin vind je al die feesten leuk, maar zo langzamerhand heb je het ook wel een keer gezien. Altijd dezelfde muziek, zelfde mensen en zelfde herrie als je wilt slapen. Maar agh, de sfeer blijft goed dat is het belangrijkste.
Zaterdag zijn we nog even over de mini markt gelopen in het dorp en even een rondje kermis gedaan.
Er stonden mensen met handgemaakte spulletjes en een jongen die makarons verkocht. Ik hou normaal niet zo van die dingen maar deze waren zeker weten met de hand gemaakt. Zes voor vijf euro.
De jongens waren aan het quad rijden dus mijn moeder en ik besloten er geen één te bewaren en ze allemaal zelf op te eten. We hadden van alle smaken één dus dat waren allemaal verschillende smaaksensaties. In de psychologie zeggen ze dat het goed proeven van smaken je in het hier en nu houdt. Mooi excuus om regelmatig bonbons en dat soort ongein te halen, we willen immers niet teveel in ons hoofd zitten hè, dat is immers niet gezond!

Na de makaronkraam liepen we nog even over de kermis. Een draaimolen, een muntschuif tent, een grijparm tent, schiettent met een walgelijke chihuahua, visjes vangen en natuurlijk botsauto's. Dat laatste loopt vrijwel altijd hebt beste. En is ook eigenlijk het leukste van alles. Al hou je er zelf niet van het is zo leuk om de mensen te observeren die in die dingen rijden. Vaders met kleine kinderen die met de handen voor de ogen zitten of al jammerend dat ze het zo eng vinden. Diezelfde vaders hebben een gigantische grijns op hun gezicht en soms de tong buitenboord richting mondhoek. Kind is bang en wil niet meer mee, maar gut hij had al tien muntjes gekocht en moet nou, hoe vervelend, zelf alles opmaken. Ik zeg; vaders, mooi excuus zo'n kind.
Dan heb je de veel te dikke mensen die er eigenlijk niet inpassen. Dan zit er zo'n veel te dikke vrouw met een broodmagere vent ernaast, die wordt geplet en zij wordt nijdig omdat ze het discriminatie vindt dat iedereen haar moet hebben.
Dan hebben we nog de agressievelingen. Die krijgen een blik in hun ogen waar ik altijd een beetje bang van word. Zodra ze het muntje in het karretje gooien zoeken ze naar een doelwit. Ze rijden rondjes aan de buitenrand totdat ze hun prooi in het vizier hebben. De wenkbrauwen gaan naar beneden en ze kijken gefixeerd en gaan in volle vaart op het desbetreffende karretje af. Als ze in de buurt komen gaan ze staan en trappen nog extra tegen de bodem aan zodat de beuk abnormaal hard is. Daarna vervolgt hij weer zijn weg en kiest een nieuw slachtoffer. Die idioten kopen ook altijd enorm veel muntjes. Maar het is de blik die mij niet aanstaat. Iedereen lacht en doet en zij verzieken de sfeer.
Opeens zag ik een verstandelijk gehandicapte jongen zonder shirt aan de rand van de botsauto's staan. Hij klapte in zijn handen en was enorm bezweet. De beat van de discomuziek vond hij klaarblijkelijk zo fantastisch dat niet alleen hijzelf in de gloria was maar je ook duidelijk wat zag verschijnen door zijn trainingsbroek. Maar hij had de tijd van z'n leven.

Zaterdag avond hadden de jongens ook nog een rondje gemaakt over de kermis, m'n moeder en ik waren sterren aan het kijken in de tuin en zaten te bedenken wat ze gingen doen op de kermis. We besloten te gluren vanaf het hek. Ja hoor, de schiettent, dat was te verwachten. Goh, ze hebben nog wat gewonnen ook. We besloten toen we dat zagen terug te rennen naar de tuinkamer en te doen alsof we van niets wisten. Dat mislukte uiteraard en ze hadden voor ons een pluchen hart en een kangoeroe incluis buidel en baby gewonnen. Wat moet je ermee, maar het is toch leuk.

Zondag zou er ter afsluiting vuurwerk zijn. Wij erheen, één rondje in de botsauto's en toen zou het beginnen. Voor de salle des fêtes was alles opgesteld. Potten stonden op stoelen, op de trap en de deur stond wagenwijd open. Nergens linten waar je achter moest blijven en plots ontstaken ze het (niet met de hand). Achter de salle des fêtes hadden ze de grote professionele potten neergezet en het was schitterend. Maar ik vond het persoonlijk te dichtbij. Er vielen gloeiende stukken op mensen en het vloog alle kanten op. De dag erna vond ik nog resten in onze tuin. Maar zo mooi vuurwerk en zo ontzettend veel. Echt, dat zou je in Nederland (buiten oud en nieuw) nooit zien. En al helemaal niet van zo dichtbij en vervoert in een Renault express van de overbuurman die op dat moment even een sticker op de auto plakt met explosieven en het er daarna weer afpulkt. Disneyland waardig, echt waar. Na twintig minuten was het klaar, we wilden terug naar huis lopen en bij de grijpmachines zag ik plots mijn chagrijnige buurvrouw met haar op een knaagdier lijkende man. Ze had een beer gewonnen en hield hem vast als een kind. Geen blik gunde ze ons waardig, zoals gewoonlijk. Ik had eigenlijk dat ding af moeten pakken, weg moeten rennen en hem tussen de botsauto's moeten gooien. Kijken wat er zou gebeuren. Maar dat doe je niet. Dat vindt je immers zonde.

In het restaurant naast ons was ook een feestje. De grootse eigenaar (niet in de lengte) was er ook. Hij werd aangekondigd met trompetter ridder muziek. Ik verwachtte serieus iemand die zei: 'Dames en heren, de Koning!'. Hij hield een schreeuw speech en vervolgens mochten de mensen dineren. Ja, apart allemaal, laat ik het daar maar op houden. Er was een gitarist en een zanger. Vanuit ons huis kan ik altijd gluren wat er in het restaurant gebeurd. Ze hebben een stuk erbij aan gebouwd op de eerste etage. Eerder was het een tentconstructie maar inmiddels is dat vervangen door glazen wanden. Ze kijken zo recht mijn kamer in. Gelukkig is er vaak niets te doen en als er wel wat te doen is ga ik niet denken; 'wat irritant dat ze zo met de giechel in mijn kamer kijken' nee, ik maak er gewoon een theater avond van. Lichten uit en lekker kijken naar iedereen. Niemand die het door heeft en je hebt soms nog live muziek ook. Ik verveel me eigenlijk nooit.

Om één uur wilde ik toch wel graag gaan slapen. De kermisgasten alleen niet en bij het restaurant was het ook nog lang luidruchtig. Ik besloot maar weer eens op het logeerbed in mijn kamer te gaan zitten en te luisteren en te kijken in het donker naar de gitarist en zanger. Ze speelden een zeer geliefd liedje van mij. Tears in Heaven van Eric Clapton. Iedereen kent dit rustige mooie liedje wel. Dus ik deed mijn ogen dicht en luisterde naar het schitterende gitaarspel, de beat van de botsauto's had ik in mijn hoofd zachter gedraaid. Het klonk hemels en ik kreeg een glimlach op mijn gezicht. De zanger ging zingen, prachtige stem. En ik was blij dat ik op was gebleven. Totdat ik eens goed ging luisteren. Hij zong:
'Would you know my name
If I saw you in weapon
would it be tha zeem
If I saw you in weapon
I must be stronghe
and carry on,
'Cause I know I don't belonghe
We are weapon.'

Ik wreef in mijn ogen, duwde wat op mijn oor en luisterde het hele liedje af. Nee, ik hoorde het goed. Mijn glimlach verdween en ik schuifelde naar bed. Ik vertelde het aan mijn vriend dat dit mooie gevoelige liedje ineens een agressieve klank had gekregen. Ik kon niet slapen en bedacht me; hoe is het toch mogelijk in zo'n klein dorpje. Van Disneyland tot onbewust agressieve liederen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten