dinsdag 26 november 2013

Nachtelijk avontuurtje

Afgelopen week was ik met mijn moeder een weekje in Nederland.
We hebben een zomerhuisje van onze familie in Twente waar we in kunnen als we in Nederland zijn.
Is wel zo lekker, dat je niet altijd verplicht bent om bij familie en vrienden te logeren. Niet dat dat niet leuk is maar het is ook lekker om even alleen te zijn. Zeker als je in la douce France woont waar alles lekker relaxed is (naja bijna alles dan) en je in het overvolle en drukke Nederland komt.

We zijn 's morgens vertrokken en negen uurtjes, drie plaspauze's, drie cd's van Christophe Maé en een aantal anderen later sta je voor het huisje. De reis ging eigenlijk best goed. Totdat het mistig en donker begon te worden. We zijn allebei zo nachtblind als een paard, ik nog wat erger dan mijn moeder. Zo zie ik een middenberm voor een rotonde aan, een hoop sneeuw voor een dooie kat (tranen sprongen me al in de ogen), een boom voor een zwijn, een rivier voor een weg en de weg voor een rivier. Ik zie de witte strepen niet en als ik een tegenligger heb kan ik niet zien of die op mijn of zijn eigen weghelft rijdt. Aangezien wij aankwamen op de dag van de intocht van Sinterklaas heb ik even een bijpassende zin bedacht. Luister goed naar wat ik zeg, ik met mijn uiterst goede ingebouwde tomtom (ahum) en nachtblindheid, brengen u altijd op weg (het is alleen de vraag welke weg).

Om maar aan te geven hoe erg het is gesteld met mijn nachtblindheid heb ik nog wel een leuk (najah het is maar wat je leuk noemt) verhaal. Ik was ooit met mijn moeder bij een Ladies Event, ik weet het vreselijke titel en zoals verwacht liepen er veel vrouwen, dames en mutsen rond.
Er was een Mini stand en we wilden wel graag een proefrit maken in een Countryman model.
Het was allang donker, maar agh zo erg is het nou ook weer niet, dacht ik.
Een erg leuke jongen ging met ons mee en we reden de bossen in. Toen we op de helft waren (ging allemaal prima) wisselden mijn moeder en ik. Ik zou het laatste stuk rijden over een zandpad.
Ik trapte flink het gas in en vond dat de vering het goed deed. De jongen vond het allemaal leuk omdat, mannen denken nou eenmaal zo, vrouwen vaak truttig rijden. Net toen ik dat beeld wat de man over de vrouw heeft qua autorijden aan het veranderen was, schreeuwde hij het uit: 'REM, REM, REM!'. Uit schrik trapte ik vol de rem in en gooide het stuur naar rechts. De uiterst leuke jongen keek niet meer zo leuk en zat met een bonzend hart en half hyperventilerend naast me. 'Wat doe je?' vroeg hij verschrikt en buiten adem. 'Sorry, ik ben een beetje nachtblind' was mijn nietsvermoedende reactie. Bleek dat ik met negentig kilometer per uur zo een hele drukke weg over wilde stuiven. Ik heb die hele weg niet gezien en kon gelukkig op het laatste nippertje het mooie kontje van de countryman naar rechs gooien. 'Vrouw aan het stuur bloed aan de muur' nee hè toch dat beeld niet kunnen veranderen. Vandaar dat de Mini geen countrywoman heet. De jongen was ergens geschokt anderzijds verscheen er toch een lichte glimlach op zijn gezicht. Maar of dat nou te maken had met dat hij zojuist was ontsnapt aan de dood of dat hij mij aardig vond, geen idee. Ik ga maar uit van dat laatste dat is nog altijd de meest positieve gedachte. Heel voorzichtig parkeerde ik de auto op het terrein en hij stapte snel uit. Ik heb hem maar bedankt voor de leuke en spannende proefrit. De rest van de avond heb ik met een rood hoofd rondgelopen en de mensen bij de mini stand kenden me aan het einde van de avond allemaal. Vast omdat ik zo aardig tegen ze deed!

Goed, mijn moeder reed door de mist en na een tijdje tuffen en ik na tien keer denken dat iets een rotonde was en hielp begeleiden waar we er nou af moesten ('nee dat is een berm, nee dat is een oprit, ja ik denk ook dat dat een afslag is') kwamen we eindelijk aan. Beiden aardig gesloopt, maar de auto was nog heel.
Koud dat het was! Kachel aan, senseo installeren, alle deuren open en straalkacheltjes aan om de klamte uit het huisje te halen.

Niets is lekkerder dan een elektrische deken, dat besef was er vrijwel direct na aankomst.

Wij zijn niet alleen beiden nachtblind, maar ook bang in het donker. Juist omdat we zo slecht zien en daardoor ons gehoor beter zijn best doet.
Wij horen altijd van alles en kunnen elkaar ontzettend bang maken. 'Hé zie ik daar nou wat in de bosjes?' 'Hoorde jij dat ook?' 'Wat was dat?' zijn de standaard vragen die wij elkaar stellen in het donker. Beiden hiervan bewust hebben wij deze vragen niet of nauwelijks aan elkaar gesteld.

Mijn broer houdt van een geintje en aangezien hij niet al te ver weg van dit vakantiehuisje woont hadden we van tevoren ons er al op voorbereid dat hij misschien 's nachts wel eens zou kunnen gaan rondspoken.
Op de ramen tikken, om het huisje lopen (lees: een houten huisje in het bos, absoluut geen vakantiepark ligging) of aan de deurklink rammelen.
We hadden het hem maar vast gezegd dat hij dat niet moest doen, wij zouden hem zonder twijfel neermeppen met een houten krukje, stofzuiger stang of wurgen met een BH. Tsjah, wie niet ziet in het donker gaat ook niet kijken wie het is natuurlijk.
Nou hadden wij het grote voordeel dat mijn broer ook erfelijk is belast.
We zouden hem van verre al aan horen komen omdat hij zou lopen te vloeken als hij tegen een boom aan zou lopen of met zijn hoofd tegen de deur zou knallen.
We hebben geslapen als roosjes.

Volgende week het vervolg op ons bezoek aan Nederland.

Deze sluit ik af met een wijze uitspraak:
Ze zeggen wel eens: 'wat je niet ziet, bestaat ook niet'. Heel gevaarlijk die uitspraak, is mijn ervaring. Nee om er toch maar een positieve draai aan te geven:
'Wil je 's nachts een leuk en spannend avontuur beleven? Dan moet je je naast iemand met nachtblindheid in de auto begeven'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten