maandag 2 maart 2015

Horizontale inwoners

Het kan niet elke dag een feest zijn.
Daarom was er laatst ook een begrafenis.

Ik heb nog nooit zoveel auto's gezien bij ons in het dorp (normaal zie ik er dagelijks hoogstens zes met onze drie erbij gerekend).
Zoals sommigen van jullie wel weten wonen wij naast de kerk. In het oude pastoorshuis.
Het is een twee onder één kap woning. Wààààt hoor ik meerdere denken... 'dan ga je naar Frankrijk en woon je twee onder één kap?!'
Ja zeker en de tweede onder dezelfde kap is onbewoonbaar. Dat huis is doordrenkt met vocht. En als je het mij vraagt spoken er ook wat nonnen in de nacht rond. Ik ken alleen de kelder van het huis en die vind ik al eng genoeg.
En daarnaast staat de kerk; gelukkig geen dooie boel want er is geen kerkhof bij.
Maar dus wel af en toe een begrafenis (ik zou een trouwerij ook wel een keer leuk vinden maar ik vrees dat dat niet gaat gebeuren gezien wij niet gelovig zijn).

Zo nu dus ook; de broer van een 'bekend' iemand (iedereen is hier familie van elkaar dus de iedereen is altijd bekend) was overleden. Zijn andere twee broers waren gaan wandelen en hij voelde zich al een paar dagen niet lekker dus hij was thuis gebleven.
Toen de broers terugkwamen lag hij dood in het kippenhok. Hartaanval.

Zoals wel vaker in een dorp ging al gauw een verhaal in de rondte.
Robert was zaterdag gevonden in het kippenhok.
Maar dat kon niet want Jacqueline had hem zondag nog gezien. Zij zat een borrel te drinken in de auberge en zag hem langsrijden in zijn rode pick-up met zijn hoed op. Ze had nog vriendelijk naar hem gezwaaid en haar glaasje geheven waarop hij vriendelijk terug wuifde.

Ik doe het dan maar gauw af dat ze wat te diep in het glaasje had gekeken of dat ze zich vergist had in de dag. Gezien ze toch alleen maar in huis zit, naar de broodbus waggelt, naar de buurvrouw dendert als ze de nieuwste roddel heeft of naar de auberge loopt, lijkt het mij ook niet echt dat ze een agenda bijhoudt.

Tijdens de begrafenis moest ik naar een klant. Ik reed de oprit uit en tot mijn enorme verbazing zag ik ineens een bekende. Daar stond ie. Ik zag het ducktape, het zwarte dakje en ik knipperde twee keer met mijn ogen. Was het echt? Jawel, mijn oude auto. Die ik voor honderd euro (omdat er nieuwe winterbanden onderzaten) heb verkocht aan de handelaar waar ik mijn nieuwe peugeot heb gekocht.
Altijd heb ik gedacht dat hij zou belanden in de slooptuin van de handelaar en daar stond hij ineens. Ik stapte uit, aaide hem over zijn deuk en moest gniffelen. 'Ja jongen, ik ben benieuwd hoeveel te veel je nieuwe eigenaar voor je heeft betaald en wanneer hij erachter kwam dat je zo lek bent als een mandje; of nee als een vergiet'. Maar ik vond het leuk. En als ik ooit de eigenaar zie bij de auto zal ik een praatje met hem maken en vertellen dat hij helemaal uit Nederland komt. Of misschien is dat wel geen goed idee; wat zal hij dan wel niet denken van de Nederlanders.

Enfin toen ik terugkwam was de begrafenis al voorbij. De rust was wedergekeerd.

Ik hoorde later van een andere klant dat de vrouw van de auberge haar rouwende klanten grof had behandeld. Ze had het te druk met al dat bezoek en had zitten te schelden en gegooid met haar vaatdoek. Schandalig vond de klant het, dat doe je toch niet na een begrafenis!
Maar met al die verhalen hier weet je maar nooit wat echt waar is. Nee, ik ga er echt nog wel een keer heen, naar de auberge, net als dat ik nog steeds naar de bioscoop in Anost moet.

Een paar dagen later. Mijn Fransoos kwam na zijn werk thuis.
Zoals gewoonlijk plofte hij op de bank en mijn standaard vraag luidt elke dag; 'En? Wie is er nou dood? Zijn er nog  roddels?'.
Hij keek me aan en zei; 'ik ben me kapot geschrokken vandaag'. Hij reed nabij het huis waar Robert had gewoond om vlees aan een klant te leveren. Plots zag hij de rode pick up met... Robert erin.
Althans, dat dacht hij. Robert had altijd een heel herkenbaar hoedje. En dat had deze persoon ook op.
Na gestopt te zijn en zijn smurfblauwe clio in de achteruit te hebben gezet en twee keer goed te hebben gekeken bleek het de broer van Robert te zijn die in de auto zat met het hoedje op. Gezien die twee erg op elkaar leken is het mysterie van Jacqueline ook weer opgelost.

Wel een eng idee. Dat je in de auto van je broer gaat zitten met zijn hoed op. Ik hoor het wel vaker dat mensen dat doen; idee dat ze dan nog een beetje bij je zijn. Als het nou een dikke BMW was oké; en dan kan die hoed er ook nog wel bij als het koud is... maar een ouwe rot pick up...
Zonder gekheid; ik hoop alleen maar dat wanneer mensen dat soort dingen doen ze niet al teveel doordraaien op den duur. Aan één dorpsgek hebben we namelijk meer dan genoeg.

En wederom staat de teller weer ééntje hoger. En die tikt harder dan de geboorteteller.
Moet zeggen dat het soms een beetje saai is dat het horizontale inwonersaantal een stuk hoger ligt dan het verticale. Maar lekker rustig is het wel.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten